
Deze door AI gegenereerde afbeelding geeft een indruk hoe de havezate Vennebroek in Anloo eruit kan hebben gezien. Niet toevallig is er veel overeenkomst met de gelijknamige havezate in Paterswolde.
Over het voorname huis in Anloo dat later bekend zou worden onder de naam Vennebroek is niet heel veel bekend. Het is bijvoorbeeld niet zeker wanneer het oorspronkelijke huis is gebouwd. Dat kan rond 1701 zijn geweest, dan is er sprake van old getimmer ter naam van de Heer Gedeputeerde Caspar van Selbag. Helaas zijn er, voor zover bekend, geen afbeeldingen van de borg beschikbaar. Wel is er een duidelijke omschrijving uit ca. 1741 waaruit blijkt dat het om een omvangrijk complex ging. We weten wel waar dit ‘Huis te Anloo’ heeft gestaan (zie het kadasterkaartje hieronder) en we weten ook de namen van de meeste illustere bewoners. In de eerste helft van de 18e eeuw bijvoorbeeld hebben de Drentse gedeputeerde Casper van Selbach en de Drentse landschrijver Hendrik Jan Ellents het huis in bezit gehad. In 1746 kwam het in bezit van Unico Everd Alberda, heer van Vennebroek te Paterswolde, die dit huis ruilde tegen het huis Vennebroek in Paterswolde, onder bijbetaling van 7988 Carolusguldens.
In 1747 diende de nieuwe eigenaar een verzoek in om het recht op havezate te verleggen van Paterswolde naar Anloo. Dit verzoek werd toegekend en daarmee werd het Huis te Anloo een havezate met de naam Vennebroek. Het belangrijkste aspect van het ‘recht van havezate’ was belastingvrijdom. Daarom is het aantal havezaten in Drenthe in 1647 beperkt tot 18, onder druk van alle anderen die wel belasting betaalden. Het overgrote deel van deze havezates is inmiddels verdwenen. In Zuidlaren bestaat nog steeds de havezate Laarwoud, die ook nog dienst heeft gedaan als gemeentehuis.
De havezate Vennebroek was een indrukwekkend gebouw met bijgebouwen; het hoofdgebouw had een lengte van ongeveer 24 meter en bovendien nog twee vleugels van 7 meter. Het huis zelf had een voor die tijd enorm aantal kamers, maar liefst 22: elf kamers op de benedenverdieping en ook elf op de bovenverdieping.
Bij de havezate behoorde een orangerie, ook wel oranjehuis genoemd: een gebouw om (sub-)tropische bomen/struiken/planten ’s winters vorstvrij op te bergen. Verder twee schathuizen met koetshuis, een paardenstal en enkele veestallen, vier arbeiderswoningen; en ook een ‘balkenschuure over de straat’, waar nu de Koningsherberg staat.
Een koopakte in 1783 geeft een goede indruk van de afmetingen: muurwerk oost en west, lang 81 voet 3 duim (ca 24 meter); de noordervleugel, lang 23 voet (ca 7 meter); de zuidervleugel, lang 23 voet ( ca 7 meter); Orangij, lang 44 voet (ca 13 meter); – het noorder Schathuis: de keuken, 3 vak wijt 21 voet (ca 6 meter); het agterhuis, 5 vak wijt 21 voet (ca 6 meter); het zuider Schathuis, aquaal met het noorder. De koopakte geeft nog aan dat er zowel boven als beneden elf kamers waren, dat er een beeld in de tuin stond en dat er bovendien nog een allee van twee rijen dennenbomen, staande aan weerszijden op de Gasterense dijk, tot de havezate behoorde.
De laatste eigenaar was kapitein Hans Heinrich Beck, die omvangrijke leningen moest afsluiten om het huis te kopen. Het huis raakte in verval en werd begin 19e eeuw afgebroken.

Vennebroek omvatte de nummers 442 (weijer, visvijver), 441, 441a, 263 (schuure over de straat, later cafe van Beck, Brinkstraat 2) en 264, samen met nog een paar percelen richting Anderen.
Verder lezen:
Bewoners van Vennebroek
Huizen van stand
Startpagina Anloo aan de Aa
