Symposium (inspiratiebijeenkomst)

Op vrijdag 12 juni 2015 vond in de Magnuskerk in Anloo een inspiratiebijeenkomst plaats over de invloed van veranderingen in het landschap op de cultuurhistorische beleving ervan.
Aanleiding  voor de bijeenkomst was de veranderende horizon rondom de Magnuskerk. Ooit waren kerktorens belangrijke oriëntatiepunten in het landschap die vanuit verschillende windrichtingen goed zichtbaar waren. Tegenwoordig zijn er nog maar weinig van die vertrouwde doorkijkjes en vergezichten overgebleven.
Op deze dag, die werd georganiseerd in samenwerking met Stichting Oude Drentse Keren / Het Drentse Landschap, werd dit onderwerp vanuit verschillende gezichtspunten belicht.

 

Programma

Na een voordracht van Sjouke Dekker en met als intermezzo een optreden van troubadour Egbert Meijers werden presentaties gegeven door Jan Kolen, Haiko Meijer en Berno Strootman. Ook Theo Spek zou een inleiding verzorgen, maar hij moest helaas verstek laten gaan.  Hieronder treft u een korte samenvatting aan van de bijdragen.
Na de presentaties was er een discussie en werden vragen uit de zaal beantwoord.
Eric van Oosterhout, burgemeester van Aa en Hunze, trad op als dagvoorzitter.
De dag werd ingeleid en afgesloten door Albert Hovius, voorzitter Historisch Anloo.
Voor de deelnemers was er een lunch en gelegenheid voor een ‘rondje om de kerk’ onder leiding van gidsen.

 

‘De ophef is mooi’

Over het symposium en publiceerde Noorderbreedte een mooi artikel van Britt de Noord, op 22 juni 2015.  U vindt het onder project Rondom Magnus op de website van Historisch Anloo en ook op de site van Noorderbreedte: http://www.noorderbreedte.nl/themas/landschap_archeologie/de-ophef-is-mooi/

 

Grootgrondbezit van de Utrechtse bisschop en kapittels in middeleeuws Drenthe – Theo Spek, hoogleraar Landschapsgeschiedenis RUG

Vanaf het moment dat Drenthe aan het einde van de achtste eeuw werd ingelijfd in het Karolingische rijk hebben de toenmalige wereldlijke en geestelijke elites invloed uitgeoefend op het dagelijkse leven in deze provincie. Een van de meest markante verschijnselen daarbij was het grootgrondbezit dat deze elites in de middeleeuwen wisten op te bouwen en via het zogenaamde hofstelsel wisten te exploiteren. Verspreid over Drenthe lagen in de vroege en volle middeleeuwen allerlei domeinhoven (Latijn curtes) die als centraal inzamelingspunt fungeerden van allerlei afdrachten in natura door horige boeren uit de omgeving. In zijn lezing zal Theo Spek een overzicht geven van het grootgrondbezit van zowel de bisschop van Utrecht als de kapittels van de Dom, St. Pieter en St. Jan. Waar lagen hun domeinhoven en domeinerven precies? Hoe groot was hun aandeel in het totale grondbezit van het toenmalige Drenthe? En welke invloed hebben deze domeinen gehad op de ontwikkeling van de esdorpen en esdorpenlandschappen  in deze provincie? In de lezing zal ook de situatie in Anloo – die onlangs uitgebreid is onderzocht door Hans Elerie – aan de orde komen.

 

De kerk als orientatiepunt in tijd en ruimte – Jan Kolen, hoogleraar Erfgoed van Stad en Land, Universiteit Leiden

In het Drentse landschap was de kerk van oudsher een belangrijk “kompas”. Bij doorgaande reizen waren kerktorens de belangrijkste orientatiepunten, bij begrafenissen bepaalden het “kleppen” en de zichtbaarheid van de kerktoren de bewegingen van de begrafenisstoet, en bij het werk op het land werd de kerkklok –en later ook het uurwerk- steeds nauwlettend in de gaten gehouden. Ook in spirituele zin was de focus gericht op de hoog oprijzende kerktoren, omdat deze geacht werd te bemiddelen tussen het aardse leven en het hiernamaals. De kerk vormde dus het centrum van de wereld, ook in het lokale leven van de buurschap en kerspel. We zien dat nu nog terug aan het lokale patroon van paden en wegen, dat vaak nadrukkelijk gericht is op de kerktoren. Hoewel we ons daar niet meer van bewust zijn, werden deze paden in het verleden volgens strikte regels gebruikt bij geboorte, huwelijk, “de laatste gang” en het bezoek aan de eredienst. Steeds was men zich daarbij bewust dat het landschap een duidelijke ruimtelijke ordening vertoonde. De visuele en auditieve kracht van het kerkgebouw was voor het beleven van die ordening onmisbaar.

Met de voortschrijdende secularisatie van de samenleving, nieuwe transportmechanismen, een veranderende ruimtelijke planning, nieuwe technologieën voor het registeren van tijd en plaats, heeft het kerkgebouw in de afgelopen halve eeuw veel van die functies verloren. Inmiddels staan veel kerken niet alleen leeg, maar gaan ze in het landschap inmiddels ook schuil achter bomen en struiken. Hoe gaan we hiermee om? Kunnen we oude functies weer nieuw leven inblazen, moeten we nieuwe functies bedenken, of laten we het maar zoals het is?

 

De rol van een gebouw in het landschapHaiko Meijer , architect bij Onix

Gebouwen hebben vele functies en ontlenen daaraan hun betekenis; je kunt er in wonen of werken, geloven of naar school gaan. Pas de verstrengeling van diverse betekenislijnen  biedt een kans om het geheel met succes in stand te houden. En gebouwen staan ingebed in een landschap en vormen daarmee een beeld; het landschap verandert en daardoor verandert het beeld. Wat door schilders, door wandelaars, door fietsers, andere recreanten  of door landschapsarchitecten wordt gezien is in feite een vorm van consumeren van het landschap. En wat je ziet,-of wilt zien-, is een waarheid , maar niet de waarheid.

Kerken hebben vandaag de dag een geheel andere betekenis dan in de tijd dat ze gebouwd  werden. Destijds werden ze gebouwd om te imponeren; de hoge toren, de machtige gewelven en zo groot mogelijke overspanningen zijn daar het gevolg van. Geloof speelde een dominante rol in het leven van iedereen en was er elke dag. De kerk zette een stempel op de ziel van de dorpelingen maar ook op het landschap. Vandaag de dag hebben kerken een geheel andere betekenis, de kerk trekt zich terug uit het leven van alle dag, speelt een meer ondergeschikte rol en zou dus ook minder dominant kunnen zijn in het landschap door geleidelijk aan te verdwijnen  in het groen. Wil je dit gebouw weer een meer prominente plaats in het landschap geven dan moet het gebouw ook een eigentijdse plaats hebben verworven in de gemeenschap.

 

Liefdevol de kettingzaag hanteren – Berno Strootman, landschapsarchitect (presentatie: klik hier)

De verdichting van het landschap is een sluipend proces. We ervaren het niet dagelijks maar schoksgewijs bij een toevallige terugblik op een oude foto of een schilderij. Juist het kleinschalige zandlandschap kan enorm aan rijkdom winnendoor het creëren of herstellen van uitzicht.

Zorg hebben voor de kwaliteit van het landschap, betekent dat je niet alleen maar dingen toevoegt maar ook af en toe opschoont. Niet alleen het aanplanten van bomen is een goede daad; ook het weghalen ervan, mits weldoordacht en goed gemotiveerd. Het lijkt erop dat dit hele  symposium is georganiseerd met als doel om een paar bomen om te zagen . Ik durf erom te wedden dat de aanplant van deze bomen met minder discussie gepaard ging.

In 2003 schreef Hans Elerie uit Anloo in het tijdschrift Noorderbreedte het mooie artikel ‘Uitzichtloos’. Hij laat daarin zien hoe in wandelgidsjes uit het begin van de vorige eeuw, vele belvedères en zichtlijnen in het Drentscha Aa-gebied worden beschreven en houdt een vurig pleidooi voor het maken van nieuwe belvedères en zichtlijnen in het Drentsche Aa-gebied. Aan die oproep hebben we gehoor gegeven.

Ons bureau werkt sinds 2003 aan allerlei plannen in het Drentsche Aa-gebied: de Landschapsvisie Drentsche Aa voor het gehele stroomgebied van 34.000 hectare, het inrichtings- en beheerplan voor Strubben/Kniphorstbosch, het inrichtings- en beheerplan voor het Ballooërveld, het ontwerp voor een flink aantal nieuwe belvedères, en een plan voor de aanhechting van de oostelijke stadsrand van Assen aan het Drentsche Aa-gebied: Assen aan de Aa. Door al die plannen worden heel wat bomen omgezaagd. Ik zal u laten zien wat dat heeft opgeleverd: nieuwe zichtlijnen, grotere landschappelijke contrasten, en bijzondere plekken.

Het zicht op kerktorens is al eeuwenlang een belangrijk oriëntatiemiddel in het ooit zo weidse esdorpenlandschap. De kerktoren van Rolde is door gericht kappen van bomen weer van verre zichtbaar op het Ballooërveld. Wanneer gooit de Magnuskerk zijn donsjas af?

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *